Over wild: de houtduif

De houtduif in Nederland

Het wildseizoen start natuurlijk op 15 oktober en loopt tot 31 januari. Toch zijn sommige wildsoorten bijna het hele jaar verkrijgbaar. Dat wild buiten het seizoen verkrijgbaar is heeft veelal te maken met schadebestrijding. Zo mag de houtduif het hele jaar door geschoten worden in het kader van beheer en schadebestrijding.

De houtduif – ook wel aangeduid als bosduif, koolduif, ringduif, en in jagersjargon ook wel “blauwe” genoemd – is een voor Nederlandse begrippen vrij grote vogel tot wel 500 gr. En is de grootste van de in Nederland voorkomende duivensoorten. Het verspreidings- en broedgebied beslaat Europa, West- en Midden-Azië, Noord-Afrika, het Middellandse Zeegebied tot in India. In de winter en het voorjaar komen grote groepen houtduiven van de Scandinavische landen naar Nederland. Wintergasten met 2 vleugels dus.

Boeren zien de houtduif minder graag komen. Grote zwermen duiven kunnen bijzonder schadelijk zijn. Opkomend en afrijpend graan, erwten, de knoppen van opkomende koolgewassen en andere groentes zijn niet veilig voor deze vogel. Vandaar dat de houtduif het hele jaar bejaagd mag worden in het kader van de schadebestrijding.

De broedpopulatie bedraagt jaarlijks ongeveer 460.000 paartjes die meerdere malen per jaar een nestje hebben en in het najaar pleisteren hier 3 tot 4 miljoen houtduiven.

Houtduif, een smakelijke delicatesse

Maar bovenal is de houtduif een smakelijke vogel. En in de nazomer en de herfst zijn de houtduifjes op hun best. Lekker vetgemest na een zomer volvreten op de akkers. Het lekkerste zijn de duiven die voornamelijk “op het graan gevlogen” hebben. Vraag daarom altijd aan je poelier waar de duiven vandaan komen. Want duiven die zich vol hebben gevreten met kool zijn echt niet te eten.

Houtduiven zijn een ware delicatesse. En net zoals bij kippen is het zo dat hoe jonger de duif is, hoe smakelijker en malser de duif is. Jonge duiven herken je aan de grijze poten, oudere duiven hebben rood tot rood-paarse poten.

Hier een receptje voor duivensoep, waarbij het niet uitmaakt of je oude of jongen duiven gebruikt. Het recept is van Joep Habets.

geplukte houtduif

Ingrediënten:

  • 2 of 3 houtduiven
  • 50 gr boter
  • 50 gr bacon in reepjes
  • 1 gesnipperde ui
  • 75 gr worteltjes in plakjes gesneden
  • 1 stengel bleekselderij in stukjes
  • 5 geneusde jeneverbessen
  • 5 peperkorrels
  • kruidenbundeltje van wat takjes peterselie en tijm, en 1 laurierblad
  • 2 liter water
  • flinke scheut cognac
  • 1 wijnglas gevuld met port
  • wat kervel, plakjes wortel voor de garnering

Bereiding:

Snij de borstfilets van de duif af met behulp van een fileermes. Leg daarvoor de duif op zijn rug. In het midden van de borst voel je het borstbeen uitsteken. Snij langs het borstbeen de filets in en volg de ribben. Kan niet missen! Leg de filets apart. Hak het karkas en de poortjes in kleine stukken.
Verhit de boter in een grote pan en voeg de stukken duif toe zodra de boter gestopt is met bruisen. Braad de duif flink aan op hoog vuur en fruit de de bacon, ui, wortel, bleekselderij, jeneverbessen en peperkorrels kort mee. Zet de afzuigkap uit en giet de cognac uit over de pan en flambeer de duiven (gebruik hiervoor een aansteker met zo’n lange steel). Schenk de port erbij en voeg het water toe. Breng het geheel aan de kook. Zodra het geheel kookt kun je het vuur laag zetten zodat de soep rustig kan trekken. Schuim de soep af.
Pocheer de borstjes een paar minuten mee en zet ze koud weg. Laat de soep inkoken tot de helft.
Zeef de soep, gebruik hiervoor een fijn vergiet, of beter nog, een vergiet bekleed met een passeerdoek. Breng de bouillon weer aan de kook en breng op smaak met zout en peper. Laat de plakjes voorwortel voor de garnering kort meekoken. Snij de borsten in reepjes en leg in de soepborden, giet de soep er over en maak af met een paar blaadjes fijngesneden kervel.

0 comments on “Over wild: de houtduifAdd yours →

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *