De sliptong is het kleine broertje van de zeetong. Over de schrijfwijze bestaat het hardnekkige misverstand dat het slibtong is omdat ze in het slib leven op de zeebodem. Dat klopt dus niet. Dit visje dankt zijn naam aan het kleine formaat, ze slippen regelmatig door de mazen van de netten van de vissers.
Het vlees van de sliptong heeft een stevige structuur en is tegelijk ook zacht en sappig. Geen wonder dat sliptong door velen wordt gezien als een ware delicatesse. Het bereiden ervaren sommigen als een crime, terwijl sliptong juist een visje is dat zich makkelijk laat bakken.
Ingrediënten:
– sliptongen, ongeveer 3 stuks per persoon
– bloem om te paneren
– roomboter
Dep de visjes goed droog met keukenpapier, hoe droger, hoe beter het resultaat. Vervolgens moet je de rug van de sliptong kraken. Dit voorkomt dat de vis krom gaat staan bij het bakken. Pak ze vast bij de kop en de staart en trek de vis uit elkaar tot je gekraak hoort. Dat is voldoende.
Breng de sliptong op smaak met peper en zout. Strooi de bloem over een bord en wentel de vis hier door heen. Het goed bloemen is belangrijk want hiermee sluit je de vis af en blijft het vlees lekker sappig.
Voor een perfect bakresultaat kun je het beste geklaarde boter of een scheut olie gebruiken. Omwille van de smaak gebruik ik het liefste geklaarde boter.
Smelt de boter in een ruime koekenpan op halfhoog tot hoog vuur. Bak de sliptong in vijf minuten goudbruin en draai halverwege. Zorg ervoor dat de vis voldoende ruimte heeft in de pan, bak anders in 2 keer (de gebakken sliptongetjes kun je warmhouden in een oven van 150 graden).
Tip: voeg wat kappertjes, peterselie en wat citroensap toe aan het vet dat je hebt gebruikt voor het bakken van de vis, verhit kort mee en schenk dit over de vis.
0 comments on “Gebakken sliptong. Simpel, lekker en niet moeilijk.”Add yours →